Solotrip 2020 

“Ik ben nog aan het nagenieten van de foto’s en filmpjes van de vorige trip als ik de volgende offroadtrip naar Zuid-Europa al aan het plannen ga. Een paar appjes met vrienden later krijgt het plan serieus vorm!” 

Maar afgelopen week (eind juni 2020) stop ik met mijn huidige baan en val ik toch wel een beetje in een spreekwoordelijke gat. En wat nu…… Snel maak ik een plan om weer wat te gaan doen. En dat lukt ook als zelfstandige. Maar voor ik alle vrije tijd weer overboord gooi wil ik er nog wel even tussenuit. Dus september wordt juli voor mij, en ik ben weg.

Zoals verwacht kan de rest van de groep niet stel op sprong van huis, door werk en andere onvolkomenheden waar zo veel vrije tijd in gaat zitten. Dus ik ga alleen! En waarheen, weet ik ook nog niet, maar ik neig naar de Noord-Italiaanse Alpen en vanuit daar richting het westen te rijden.

Minder offroad dan afgelopen jaar, maar daar is het thuisfront wel blij mee aangezien ik alleen ga. En ik geef ze ook geen ongelijk, want hier en daar hoor je natuurlijk wel eens iets mis gaan bij andere.

De zondag van het eerste weekend van juli ga ik weg. Maar eerst krijgt de Tengai (Kawasaki KLR-650 Tengai ’91) nog het nodige onderhoud zodat ook dit jaar de Alpen weer bedwongen kunnen worden.

Op Instagram zie ik dat Bas van Goinglimbo ook in de buurt zit van Noord Italië om nieuwe routes na te rijden voor zijn website (toffe website, toffe routes, aanrader dus). Na wat heen en weer gechat via de digitale fax lijkt het ons een goed idee om in Italië af te spreken en wat samen te gaan rijden. We spreken af dat we elkaar maandag in Italië treffen.

De Tengai is klaar! Van Noël heb een nieuwer prototype tassenset van Eastbound te leen om net als vorig jaar weer te testen op de manier zoals Noël altijd zegt “wel vallen hea!!!” (Om zo de duurzaamheid en stevigheid van het materiaal te testen) Alles wat ik nodig heb is ingepakt, klaar om te gaan dus!

 

Op naar de Bodensee

Vandaag staat in het teken van het maken van kilometers. Ik wil de dag eindigen in Lindau wat een kleine 750km verderop is.

Met een gangetje van 100 tot 120 km/h fahr ik rustig over de rechter strook van de autobahn naar het zonnige zuiden. Rond de klok van 4 kom ik aan op de camping. Geen bijzondere rit dus, behalve dat ik waar je normaal gesproken wordt omringd door Hollanders met sleurhutten, er nu maar een handjevol landgenoten voorbij heb zien vliegen op de autobahn.

Na een frisse duik in de Bodensee maak ik m’n zakje overheerlijke “Adventure food” klaar en ga ik vroeg naar bed. Morgen is er regen voorspeld dus voor die tijd wil ik graag m’n tent droog hebben afgebroken.

De Alpen in

De wekker zou om 06:30 afgaan maar om 04:45 ligt deze jongen al klaarwakker in z’n tent. De vogeltjes fluiten al vrolijk. Terwijl de rest van de camping nog in diepe coma op één oor ligt ruim ik mijn tentje op, bepak de motor en rond 06:00 ben ik weer onderweg. En het is nog steeds droog. Bas heeft gisteren doorgegeven op welke camping hij staat. Dus via de toeristische motor trekpleister, de Stelvio pas, rij ik kalmpjes aan die kant op. 350 km aan asfalt passeert vandaag onder mijn wielen.

Fris als het is heb ik maar een extra laag aan gedaan wat ook lekker is als het straks gaat regenen. Maar als ik na 2 uur rijden ga ontbijten bij een plaatselijke supermarkt in Davos (Zwitserland) besluit ik die extra laag toch maar weer te lozen. De temperatuur begint behoorlijk op te lopen en van regen lijkt voorlopig geen spraken.

Via de Flüelapas rij ik naar de Ofenpas die weer wordt opgevolgd door de Umbrailpas waarna ik Italië bereik en inmiddels op 2500 meter hoogte rij. Next stop, de Stelviopas. Een jaar of 5 geleden heb ik ook al deze passen al gereden maar toen was het weer ons niet echt gezind, nu daarintegen straalt de zon nog steeds volgas! Boven aangekomen schiet ik een paar foto’s, drink ik nog even een koud drankje en vervolg ik mijn weg weer.

Tijdens een korte pauze hoor ik van Bas dat er onweer wordt verwacht. Dat is dus mooi balen, want ik moet nog twee uur rijden. Snel spring ik op de motor en rij ik weer verder naar Canazei. Onderweg naar de camping kom ik nog langs het wonderschone Lago di Carezza. Heel even denk ik er aan om er nog even in te springen, maar aangezien het aardig druk is en niemand hier zwemt ga ik ervan uit dat dat niet helemaal de bedoeling is. Als ik de camping nader pakken de donkere wolken zich inderdaad al samen. Als ik de camping op rijd zie ik Bas al staan te zwaaien. Tijdens het kennis maken zet ik zo snel mogelijk mijn tent op. En dat is maar goed ook, want nog geen kwartier nadat die staat barst het onweer los.

Gelukkig staat er naast onze tentjes een grote biertent waar we droog en vooral ook ruim kunnen zitten. De kooktoestellen komen tevoorschijn en gaan mee naar binnen, terwijl we verder kennis maken en elkaars avonturen aanhoren. Inmiddels zijn de sterrenmaaltijden voor avonturiers klaar en kunnen we eten! Voor mij wederom adventure food aangevuld met paprika en courgette vandaag. Bas kookt wat uitgebreider en heeft van alles mee genomen in sealbags. Onder andere couscous bulgur en linzen. Wat natuurlijk goed lang te bewaren is. Goede tips voor de volgende trip dus.

Uren gaan voorbij, maar uiteindelijk laten de weergoden ons met rust en stopt het met onweren.

Nu rijst de vraag van de dag…..zijn de tentjes nog droog van binnen of moet ook de nacht in de biertent worden doorgebracht? Maar gelukkig ze zijn nog droog van binnen! Net zoals de avond ervoor klim ik maar weer vroeg in m’n nestje aangezien het vanmorgen ook aardig vroeg was. En dan morgen weer fris de motor op om de route van Bas te rijden.

Samen verder

Ook vandaag gaat mijn innerlijke wekker weer veel te vroeg, want om 04:45 lig ik al weer klaar wakker in m’n tent. Na toch nog een aantal keer omdraaien besluit ik maar eens met het reisverslag te beginnen. De tijd vliegt vervolgens want voor ik het weet is het al weer 07:00. Tijd om onder de douche te stappen en de motor weer te bepakken. Omdat alles nog nat is schiet het echter niet bepaald op. Maar rond de klok van 9 zitten we op de motor onderweg naar de supermarkt voor het ontbijt. De route die Bas heeft uitgezet is een pareltje en de mooie passen met bijbehorende uitzichten volgen elkaar in rap tempo op.

Regelmatig wordt er nog even gestopt voor wat foto’s en ook de drone van Bas moet af en toe even uitgelaten worden! Ik merk dat wanneer ik alleen rij, ik toch minder vaak stop. En dat terwijl dit juist wel erg lekker is. Een relaxte dag dus zo!
Na een aantal uur gereden te hebben zijn we bij het einde van de route aangekomen. Tijd om terug te rijden. Dit, omdat de route morgen weer vanaf de camping van afgelopen nacht een andere kant op gaat. Tijdens een pauze bekijken we de route voor morgen even. Daarbij kom ik tot de conclusie dat ik dat hele stuk gisteren al heb gereden. Na overleg besluiten we dat onze wegen zich hier, helaas, dan toch weer scheiden en rij ik richting Lago di Garda.
Na een uur of 4/5 rijden kom ik aan op een pittoreske camping met uitzicht op het meer. Net op tijd ook, want de eigenaar wil net het hek dicht doen. Hartelijk word ik ontvangen door de man die Roberto heet! Ik check in, krijg zelfs nog korting en het opzetritueel begint weer.

Problemen op de Trans Euro Trail

Na een heerlijke nacht sta ik vanmorgen wat later op dan normaal. Ik begin langzamerhand weer aan m’n luchtbed je te wennen. Met een snickers als ontbijt (ik had écht niks anders meer) en alles weer bepakt en bezakt ga ik weer onderweg. En omdat je op zo’n reep niet een hele dag kan leven haal ik onderweg bij het Idromeer nog even wat brood en fruit. Ook volg ik inmiddels de TET-route die mij naar een al eerder gereden onverharde pas moet brengen. Ervan uitgaande dat dit dezelfde route is als voorheen, volg ik braaf de rode lijn op mijn scherm. 
Maar al gauw moet ik een omhoog leidend straatje in welke mij niet nader bijstaat. En inderdaad, deze route is heel anders dan de route die ik vorige keer met 2 vrienden gereden heb. Desalniettemin is het leuk om weer iets anders te rijden, dus met enthousiasme pak ik deze voor mij nieuwe route! Kronkelend kom ik op steeds grotere hoogte en hoef ik slechts enkele wandelaars te passeren. In één van de haarspeldbochten staat een verlaten maar prachtige Honda XL500.

Na verloop van tijd houd ook de geasfalteerde weg op en gaat deze verder in een onverhard pad. Eindelijk weer wat offroad! Daar had ik al een paar dagen op gewacht. Volop genietend kom ik bij het begin van de Croce Dominiipas en gaat het onverharde feest na een paar kilometer weer vrolijk verder.
Op een bepaald moment begint er een raar metaalachtig geluid te klinken bij het inveren. Dus hup, van de motor af en ff checken. Niks te zien helaas. Ketting is ook nog op spanning, aan de wiellagers is ook niks te horen en de schokbrekers zijn nog droog. Dan maar weer door! Maar het geluid blijft en opnieuw stop ik. Nog steeds is er niets te vinden. Dan maar snel door naar het Comomeer en daar de motor eens uit elkaar halen. De snelste route wordt gekozen op de digitale wegenkaart en daar gaan we! Alleen blijkt die snelste route nu wel via de veerpont te gaan waar ik uiteindelijk een uur voor moet wachten in de brandende zon.
Uiteindelijk kan ik mijn weg vervolgen en vind ik een camping in Domaso aan het Comomeer. Jaren geleden stonden we hier ook ergens met ons Volkswagen busje, op een camping die werd gerund door een oud vrouwtje. Bij de receptie van deze camping vraag ik dan ook of zij weet waar dat was. En het blijkt inderdaad 2 campings verderop te zijn. En nog altijd wordt het gerund door de blijkbaar al aardig op leeftijd zijnde zussen. De plek is gekozen, nu eerst de motor maar eens afladen en de tent op zetten.

Vervolgens begin ik aan de motor. Ik zet ‘m op de standaard en leunend tegen een boom aan om het achterwiel te kunnen demonteren. Lagers worden opnieuw gecheckt en aan de ketting is wederom niks te zien. Maar dan zie ik dat een uitstekende bout van het subframe wel eens de boosdoener kan zijn. Deze is al gedeeltelijk afgesleten namelijk waardoor de ketting bij het inveren deze bout raakt. Dat moet dus haast het probleem wel zijn.

Als oplossing haal ik 2 ringen tussen de bouten die in de bagagedrager zitten uit. Alleen wil de afgesleten bout niet meer goed pakken door de slijtage schade en het feit dat het gat van het subframe en valbeugel niet helemaal overeenkomen. Dus wordt er ook één bout van het bagagerek gebruikt. Die van het subframe gaat gelukkig wel makkelijk in het bagagerek, opgelost dus! Tijd voor pizza! Dat ‘adventure food‘ komt namelijk even m’n neus uit. Tijdens het eten plan ik de route voor morgen. De eerste 300 kilometer zal wat saai worden, maar de kers op de taart wacht daarna!

Offroad Paradise

Om 08:00 uur  ben ik weer op weg. Nu langs de andere zijde van het Comomeer wat uiteindelijk 2 à 3 keer sneller blijkt dan de ‘snelle’ route die Google Maps me gisteren voorschotelde. Richting Milaan waar het natuurlijk een drukte van jewelste is zo in de spits. Dus op z’n Italiaans lekker tussen het verkeer doorsturen dan maar! Via Milaan vervolg ik mijn route binnendoor naar Turijn om vervolgens in het offroad walhalla van Italië aan te komen. Na die 300 km door het Italiaanse laagland te hebben gereden is het fijn om weer de hoogte in te mogen. Ik sta namelijk aan de voet van de Colle delle Finestre. Gestaag klautert de Tengai over het gravelpad omhoog. Eenmaal boven, gaat het gravelpad over in een geasfalteerde weg omlaag. Deze volg ik tot dat ik bij de Strada dell’Assietta aankom.
Hier gaat het pad weer over in gravel en grote stenen. Een bekende weg inmiddels, want precies een jaar geleden reed ik hier ook. Het verschil met nu is dat het toen sneeuwde en ijzig koud was. Vandaag is het beter te houden met 25 graden en volle zon. Weer een hele andere beleving dus. Ik kom een handjevol andere adventure motorrijders tegen samen met wandelaars, 4×4 rijders, mountainbikers en ezels. En ergens bovenaan kom ik nog een Nederlander tegen op een Honda Transalp, Henk.

Na even gekletst te hebben rijden we samen verder tot we beneden zijn en om daar afscheid te nemen. Henk gaat meteen door Frankrijk in waar ik eerst nog – ondanks dat het al 4 uur in de middag is – heel graag de Col de Sommeliers (ook wel de Stella Alpina) op en af wil.
Binnen een half uur ben ik aan de voet van de berg in Bardonechia. Voor de zekerheid vraag ik een andere motorrijder, die net van de berg lijkt te komen, of de weg open is. De Stella Alpina – het hoogste motortreffen van Europa – is dit jaar namelijk afgelast vanwege Corona. Ik kan me daarom voorstellen dat de weg voor de zekerheid gesloten is om eigenwijze mensen zoals ik die toch in de bekende vallei willen kamperen te weren. Gelukkig is alles toegankelijk en kan ik op weg naar boven. Aangekomen bij de vallei waar normaal honderden tentjes opgezet staan tijdens de Stella is er nu helemaal niemand te zien. Er staat enkel een motor bij de rifugio (een berghut). Kamperen doen we dus maar niet aangezien er verder ook niemand anders staat.
Als ik verder naar boven rij komt er een Duitser met een gloednieuw uitziende 1250cc gelände tractor naar beneden rollen met een lekke voorband. Hij is op een scherpe steen gereden en heeft een scheur van 2 à 3 cm in z’n band. Ik kan hem helaas niet helpen en voor ik het weet rolt hij weer verder de berg af om het verderop te proberen.

 Dus ook ik vervolg mijn weg weer. Halverwege de route omhoog zie ik zelf ook een steen over het hoofd en lanceer ik mezelf bijna de motor af. De skidplate voorkomt grote schade en ik besluit op een rustiger tempo mijn weg te vervolgen. Verderop staan drie LC8 KTM’s opgesteld en dat blijkt voor dit jaar het einde te zijn: Een dikke laag sneeuw ligt hier nog over het pad waardoor de laatste paar 100 meter niet te bereiken zijn. Helaas.

Ik klets nog even met de enige van het drietal KTM-rijders die wel Engels spreekt. Hij vertelt dat ze hier elk jaar rijden en op camping Grand Bosco overnachten waar heel veel adventurerijders  schijnen te komen. Het lijkt me een goed idee om daar ook naartoe te rijden. Gezamenlijk rijden we vervolgens naar beneden. Maar na een tijdje merk ik dat ik niet meer naar beneden kan schakelen. Ik heb net namelijk weer een steen geraakt – dit keer zonder mezelf te lanceren – alleen is de skidplate nu zo gebogen dat ik het schakelpookje niet meer naar beneden kan bewegen. Met een bandenlepel kan ik de skidplate gelukkig toch nog terug buigen en rij ik achter de Duitse mannen aan. Inmiddels heb ik wel besloten dat ik alvast weer richting Frankrijk wil en dus een andere camping neem. Opnieuw wordt er afscheid genomen en vervolgd ieder z’n eigen weg.

Er zijn verschillende mogelijkheden om vanuit Bardonechia in Frankrijk te komen. De makkelijkste is de tunnel. Maar omdat ze bij het tolpoortje 30 euro durven te vragen laat ik die even links liggen. Ik pak de Col du Echelle. Deze begint aan de andere kant van Bardonechia en brengt mij naar Frankrijk. Onderweg naar beneden, en inmiddels in Frankrijk aangekomen, rij ik langs een camping waar ik besluit te blijven voor de nacht. Even inchecken bij de receptie en meteen vraag ik maar om een douchemuntje. Die krijg ik, maar vlak voor ik weg wil lopen krijg ik er nog één extra. Het zal wel nodig zijn…
Tentje opzetten, eten maken, het bekende ritueel inmiddels. Als ik eenmaal het hele avondprogramma doorlopen heb en wil gaan douchen kom ik tot de conclusie dat m’n handdoek weg is. Die had ik vanmorgen namelijk op m’n tas gebonden zodat hij kon drogen. Alleen had ik vanmorgen ook m’n camelbag achterop gebonden om deze vervolgens ’s middags weer op m’n rug te dragen. Resultaat: vergeten de gespen weer aan te halen… Weg is de handdoek. Die ligt nog ergens op de Strada dell’Assietta. Morgen maar ergens een nieuwe scoren onderweg. En vanavond stinkend m’n bedje in. Maar ja dat is avontuur toch?

Col du Galibier

Voor m’n gevoel heb ik lang uitgeslapen maar in werkelijkheid is het pas 06:30 als ik wakker word. Helaas heb ik even geen ontbijt dus dat moet ik onderweg maar halen. Voor nu dan maar een schamel mueslikoekje naar binnen werken. Om precies 08:00 uur rij ik de camping af, het dal in. Na een tijdje rijden kom ik op de route van vorig jaar uit. Niet zo gepland maar wel grappig om ineens onverwacht weer bekende plekken te zien. Het verschil met vorig jaar is dat ik nu de Col du Galibier wél op ga in plaats van er enkel langs te rijden. En na die Col haal ik dan wel even wat ontbijt ergens, neem ik mezelf voor. Bijna bij de top besluit ik een foto te maken van het uitzicht over de gletsjer.
Als ik terug loop naar m’n motor, zie ik dat mijn achterwiel nat is. Mijn voorwiel is dat gek genoeg niet. Nader onderzoek wijst ook nog eens uit dat er olie ontbreekt achter het wel bekende raampje. Ik kom dan ook tot de conclusie dat de kering bij m’n voortandwiel er zeer waarschijnlijk uit ligt. Ook dat hoort bij het avontuur denk ik maar.. Het vervelende is dat ik dit niet zelf kan fixen. Dus de ANWB wordt gebeld en uiteindelijk krijg ik te horen dat er met een uur iemand is om de motor naar een garage af te slepen. Genietend van het uitzicht en de langsrazende gemotoriseerde tweewielers herken in ineens één van de motoren. Het blijkt Henk, de man waarmee ik gisteren nog over de Strada dell’Assietta heb gereden. Henk is ook op weg naar huis en komt even vragen wat er aan de hand is.